zaterdag 23 augustus 2025

Dag 6 – vrijdag 22 augustus: La Grave – La Chapelle-en-Valgoudémar (Camping Les Marines)

Het is nu zeker: ik ben een ezel. Bewijs geleverd. Want, zegt het spreekwoord niet ‘een ezel stoot zich in ’t gemeen geen twee maal aan dezelfde steen’? Dat klopt als een bus, want ik deed het tweemaal aan een andere. (Dit is natuurlijk net zo’n domme vergelijking als ‘kaas = lekker, hagelslag = lekker, dus kaas = hagelslag). In Dijon bleef ik met mijn voet achter een opstaand steentje hangen. Ik kon nog net voorkomen dat ik viel, had alleen de volgende dag veel spierpijn omdat je onbewust alles aanspant. Eergisteren, op onze zoektocht naar een betaalbaar hotel, maakte ik bijna een veel ergere doodsmak. Een meter voor de ingang was er een verhoogd stukje stoep, ongeveer 4 cm hoog. In dezelfde kleur als alle andere tegels. Ik maakte dus een snoekduik naar binnen, waar de receptionist zich een ongeluk schrok. Terwijl ik natuurlijk degene was die bijna een echt ongeluk kreeg, maar dat terzijde. Gelukkig kwam ik ook nu met de schrik vrij, maar als je kort geleden voorzien bent van nieuwe heupen is een val beslist een doemscenario.

Goed, een ezel dus. Dat jullie het even weten. De volgende ochtend deed mijn hele lijf pijn, nog extra aangezet door het bed dat scheef stond waardoor je je de hele nacht moest verhouden om er niet uit te rollen. Ook in dit hotel hadden ze zoals gebruikelijk een uitgebreid ontbijtbuffet opgetuigd, maar tot ons grote plezier konden we ook gewoon in het café-gedeelte een kop koffie met een croissantje krijgen. Twee koppen koffie was ook geen probleem, en aldus goed gevoed togen we op weg. Een paar dagen geleden had Bert een flinke verkoudheid opgelopen, en hij voelde zich niet echt fit. We besloten dus de geplande route in te korten en het gemiste deel later alsnog te rijden. Nu konden we regelrecht naar camping Les Marines, in La Chapelle -en-Valgaudémar. Een beetje spannend vonden we het wel, want de campings die we tot nu toe gezien hadden waren behoorlijk vol. Het was niet ver, iets meer dan twee uur rijden. Bijzonder trouwens dat je hier al heel veel herfstkleuren zien, het deed ons denken aan de Indian summer in Colorado. Na anderhalf uur maakten we een tussenstop om de benen even te strekken. In het dorpje zag ik een rek met zo te zien tweedehands kleding buiten staan en daar moest ik natuurlijk even naar kijken. Leuk bloesje zag ik! Bleek het om een wasrek te gaan, mevrouw had net de was opgehangen. De verhalen liggen op straat, ik zei het al eens😉

Om 13.00 reden we de camping op, waar serene rust heerste. Er stonden verrassend veel tenten, in alle maten. Dat zie je niet veel meer. Maar het mooiste was: er was ontzettend veel plaats. Iemand die hier kennelijk vaker kwam legde ons het een en ander uit omdat de receptie nog gesloten was. We vonden een uitstekende plek, in de hoek van het terrein onder de bomen, met niemand in de buurt. Wat was ik blij dat ik vorig jaar nog een extra kabel gekocht had bij de Action, want de 20 m die we standaard bij ons hebben was bij lange na niet genoeg. We moesten meer dan 30 m overbruggen, en nu lukte dat prima. We waren zo blij dat we eindelijk de tent konden opzetten, dat Bert een enorme adrenalinestoot kreeg en moeiteloos de tentstokken op hun plek kreeg. Ik verbaasde mezelf door als vanouds de pennen met een hamer in de grond te meppen, alsof er het afgelopen jaar helemaal niets gebeurd was in mijn lijf. In een minuut of twintig was de klus geklaard en nog een tijdje later stond alles weer op zijn vertrouwde plek. Ik kan niet goed uitleggen hoe dat voelt, maar voor ons is nu de vakantie pas echt begonnen.

We zetten onze stoelen neer, ademden de frisse berglucht in, genoten van de zon op onze huid en dronken de beelden van de omringende bergen in als ware het levenselixer. Wat het ook wel was. Tegen een uur of vijf werd het wel tijd voor een glaasje. De koelbox had nu wel lang genoeg de tijd gehad om de wijn te koelen. Bert deed het deksel open: warm! Wat?? Bleek hij op stand ‘hot’ gestaan te hebben…het lampje had blauw moeten branden! Dat was tijdens het vervoer gebeurd natuurlijk. Nou ja, gauw de schakelaar maar omgezet dus. Toen bleek hoe goed die box z’n werk doet, want een half uur later was alles alweer koud en konden we ons ritueel starten. We kookten ons potje, probeerden na het eten nog een tijdje te lezen maar het was nog geen negen uur toen we de pijp aan maarten gaven. Het was mooi geweest, heel mooi zelfs. De ezel kon op stal, en de baas ook.

                                                         
                                    


Zoom vooral even in ;)



2 opmerkingen:

  1. Wat heerlijk, eindelijk de tent op kunnen zetten! En wat hebben jullie weer een prachtige plek! Genieten!

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Dat doen we zeker! Zo blij dat het gelukt is!

      Verwijderen

Dag 35 – zaterdag 20 september: Dijon – Groningen en nabeschouwing.

Het kamperen is voor ons niet alleen een reis van de ene plek naar de andere, maar ook een reis door onze herinneringen. Niet zozeer door he...